Dante Boon

Piano, Compositie

Dante Boon was co-programmeur van het ‘Pianolab’ Amsterdam in het Goethe-Institut. Als componist en pianist is hij nauw betrokken bij de internationale componistengroep ‘Wandelweiser’.

Hij werd op 14-jarige leeftijd toegelaten tot de vooropleiding van het Sweelinck Conservatorium Amsterdam en studeerde daar tot 1994 piano bij Willem Brons. Daarnaast studeerde hij van 1993 tot 1997 compositie bij Diderik Wagenaar aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.

Als voorvechter van experimentele pianomuziek en van Wandelweiser in het bijzonder, heeft Boon meer dan 50 werken in première gebracht, waarvan vele speciaal voor hem geschreven. Hij trad onder meer op in Constellation Chicago, Spectrum, Studio Z, het Rotterdams Philharmonisch Gergiev Festival, Jeunesses Musicales du Canada, het ISCM Festival, cafe OTO, dotolim, Ftarri Festival, Gaudeamus Muziekweek, De Link, Paradiso, en regelmatig in de Amsterdamse Zaal 100 en Klangraum in Düsseldorf.

Zijn composities zijn uitgevoerd door het ‘Nederlands Vocaal Laboratorium’, het ‘New York Miniaturist Ensemble’, pianist Marcel Worms, ‘Orkest de Ereprijs’, Moritz Eggert, ensemble ‘The Barton Workshop’ en diverse andere musici en ensembles.

De Pianist

Dante Boon wordt een “prachtige” en “eigenzinnige” pianist genoemd, bekend om zijn “delicate touché” en “kalme controle”. Zijn uitvoeringen van Komita’s pianomuziek worden “rustgevend” genoemd en “het hoogtepunt [van het concert]”. Jay Batzner, die schrijft voor Sequenza21, beschrijft Boon’s opnames van Tom Johnson’s muziek als “een genot om naar te luisteren”. De New Yorker noemde hem een pianist met een “ongewone affiniteit voor muziek die geduld, vaste handen en een subtiele aanraking vereist.” Steve Smith van National Sawdust noemde een van Boon’s solorecitals in 2018 in New York in zijn top 10 van gedenkwaardige muzikale gebeurtenissen.

Boon’s debuutalbum als solist, cage.frey.vriezen.feldman.ayres.johnson manion, kreeg lovende kritieken. Anthony Fiumara, die voor Trouw schrijft, merkt op dat “het opvallend is hoe vanzelfsprekend [John Cage’s] pointillist Etudes Australes onder de vingers van Boon klinkt,” terwijl hij Boon’s spel karakteriseert als “murmurous lyricism”. In een recensie voor NRC Handelsblad noteert Jochem Valkenburg Boon’s “warme, omfloerste toon” en noemt het, met name zijn interpretatie van Morton Feldman’s Last Pieces, “objectief maar toch aanhankelijk… afgemeten, bezinnend, maar toch kwetsbaar.” Samuel Vriezen, die in de liner notes van het album schrijft, observeert op dezelfde manier:

“Twee polen zijn belangrijk voor Dante’s spel. Enerzijds wordt hij aangetrokken tot de muzikale discipline van de Cage-iaanse traditie en de zorg voor de objectiviteit van de klank. Anderzijds is de vroegromantiek, met name het Duitse liedrepertoire, belangrijk voor hem. Voor veel luisteraars lijken deze polen tegenstellingen. Voor Dante is er echter geen tegenspraak. In zijn spel zijn precisie van techniek en conceptuele helderheid uitingen van een gepassioneerd engagement met klanken en hun progressie als melodie.”

Ook zijn album met Jürg Frey, klarinet (en piano), met eigen composities van Boon, werd goed ontvangen.